
Spreekwoorden: (1914)
Merd (of mert) aan iets hebbend.w.z. maling hebben aan iets of iemand, zich om iets niet bekommeren, er ‘dril’ aan hebben (Opprel, 53 a), er ‘schijt’ aan hebben, dat volkomen hetzelfde beteekent, daar mert (zie Coster, 33, vs. 696) het fransche merde (stercus) is. In de Zaans...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Merd (of mert) aan iets hebbend.w.z. maling hebben aan iets of iemand, zich om iets niet bekommeren, er ‘dril’ aan hebben (Opprel, 53 a), er ‘schijt’ aan hebben, dat volkomen hetzelfde beteekent, daar mert (zie Coster, 33, vs. 696) het fransche merde (stercus) is. In de Zaans...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.